In reactie op de bezorgdheden van verschillende gelijke kansen- en mensenorganisaties tegen de oprichting van het Vlaams Mensenrechteninstituut, roept ook Groen de Vlaamse regering op om de plannen niet te overhaasten.

Vandaag zou de beslissing vallen. De vraag van Groen is eenduidig: bezint eer ge begint. In het regeerakkoord kondigde de Vlaamse regering al aan dat ze uit het interfederale gelijkekansencentrum Unia stapt. De ambitie is er om een nieuw Vlaams mensenrechteninstituut op te richten voor zowel gelijke kansen, als voor de brede mensenrechten. Meermaals waarschuwde Groen in het Vlaams parlement al op de mogelijke gevaren en valkuilen van het nieuwe instituut. "Zoals de plannen nu op tafel liggen, dreigt het instituut een lege doos te worden", zegt Vlaams parlementslid An Moerenhout. A-status Met de sprekende boodschap 'een waakhond zonder tanden kan niet bijten' kaarten de verschillende organisaties dan ook het grootste probleem aan. De Vlaamse regering wil met het nieuwe instituut een A-status behalen volgens de principes van Parijs. Het gaat om VN-standaarden die garanderen dat een mensenrechteninstituut voldoende onafhankelijk en pluralistisch is, zodat het zijn rol kan waarmaken. “Een belangrijke voorwaarde voor minister Somers, maar het instituut zal hier ontzettend moeilijk aan kunnen voldoen”, aldus Moerenhout. "Die A-status kan Somers niet behalen zonder akkoord met de andere niveaus in ons land. Bovendien moet het mandaat van het instituut zo breed mogelijk zijn, terwijl overleg met de bestaande mensenrechteninstellingen en middenveldorganisaties geheel ontbreekt. Kortom: nog meer onduidelijkheid." Dat er samenwerking met de andere gewesten nodig is, onderstreept ook Brussels Parlementslid Lotte Stoops, die de kwestie zal aankaarten in het Brussels Parlement. "Met deze eenzijdige Vlaamse beslissing dreigen de Nederlandstalige Brusselaars belangrijke bescherming tegen discriminatie te verliezen. Want waar kan je als Brusselaar terecht wanneer je bij een Vlaamse organisatie te maken krijgt met discriminatie? Is dat een zaak voor Unia, wel nog actief in Brussel, of voor het nieuwe Vlaamse instituut? Als de Vlaamse regering dit plan doordrukt, ruilt ze een goed werkende organisatie in voor koterij, dat is te gek voor woorden." Lege doos De huidige plannen bevatten nog meer gevaren. Het nieuwe instituut zal namelijk, in tegenstelling tot Unia en de Genderkamer, niet naar de rechter kunnen treden. Ook moet het nieuwe instituut een halt toeroepen tegen versnippering, maar dreigt dit uit te draaien op net het tegenovergestelde: een zoveelste instelling in het Belgisch spinnenweb terwijl de regionalisering van de non-discriminatieopdracht van Unia simpel is. Niet alles wat nieuw is, is noodzakelijk beter “Wanneer ambitieuze plannen dreigen uit te draaien op een sisser, moet je tijdig de stekker uit die plannen durven halen in plaats van koppig door te zetten”, besluit Moerenhout. “Wij vragen minister Somers om gehoor te geven aan de bezorgdheden van deze organisaties. Zij hebben met hun opgebouwde expertise en jaren ervaring meer dan wie dan ook zicht in de noden van onze samenleving. Daarom onze oproep aan minister Somers: behoud wat goed is en stap niet uit Unia.”

Do you see content on this website that you believe doesn’t belong here?
Check out our disclaimer.