De moord op George Floyd in de VS heeft de voorbije dagen een golf van verontwaardiging en protest ontketent doorheen verschillende Amerikaanse staten, maar ook bij ons.

Want ook België kent zijn George Floyd. George Floyd heet in België Adil. Of Mawda. Adil werd in april in Brussel opgeschept door een politiewagen. Twee jaar geleden stierf peuter Mawda door een politiekogel. Je kan België niet met de VS vergelijken, maar als we wegkijken en niet ingrijpen dan kan de situatie ook in ons land escaleren. Want er is racisme in het korps en het zijn onschuldige burgers die daar het slachtoffers van zijn.

Dus laten we die olifant in de kamer benoemen. Ondanks het harde werk van veel agenten de voorbije jaren om het vertrouwen tussen burger en ordediensten te herstellen, en het vele werk vanuit de civiele samenleving om te investeren in een band van vertrouwen, is er ‘ook' een cultuur binnen de verschillende korpsen in ons land waar racisme, seksisme en vrouwenhaat wordt doodgezwegen. Dat laatste kregen we vorige week nog een voorbeeld van in Brussel. Vrouwelijke collega's worden behandeld als tweederangs.

Er kan wel degelijk ingegrepen worden om er voor te zorgen dat we racisme en buitensporig geweld bij de politie bannen. We zijn niet machteloos maar dan moeten er wel doortastende maatregelen komen. Om het vertrouwen te herstellen kan dit enkel maar gebeuren door het optreden van politieagenten te objectiveren. Zo onderscheid je de rotte appels van de rest. Bodycams zijn niet de heilige graal, maar kunnen er wel voor zorgen dat agenten zich beschermd voelen tijdens hun optreden, maar ook dat burgers kunnen rekenen op bewijsmateriaal als ze ongelijk behandeld worden. Zero-tolerantie voor agenten die zich misdragen maar ook voor wie politie aanvalt. Diversiteitstrainingen die verder gaan dan een bezoek aan de Kazerne Dossin of een bezoek aan het moskee.

We hebben zowel een korps nodig die een weerspiegeling is van onze maatschappij, maar ook met die superdiverse maatschappij om kan. De aanwervingspolitiek kan hier nog meer op inzetten. Burgers moeten zich kunnen herkennen in diegene de orde moeten handhaven. Jarenlang wordt er al gewerkt om de instroom aan kandidaten-politieagenten diverser te maken. Waarom is de politie als werkgever zo weinig aanlokkelijk voor diverse groepen in onze samenleving?

Maar er moet ook een beleid komen dat ethnic profiling ‘meet'. Amnesty International maakte daarvoor een kader en beleidsaanbevelingen. Dus waar wachten we op? De weinige meldingen die gemaakt worden van burgers over ethnic profiling betekenen niet dat het probleem onbestaand is. Het betekent eerder dat de machtsrelatie tussen burger en politieagent, weinig vertrouwen inboezemt. Zeker al niet om na een racistisch incident bij diezelfde politieke klacht te gaan indienen. Kunnen we dat niet gewoon erkennen?

Bijna 20 jaar geleden op de Conferentie van Durban beloofde België plichtig om werk te maken van een nationaal actieplan tegen racisme. Het is vandaag in België bijna een zekerheid als iemand van kleur dat je in de loop van je leven geconfronteerd zal worden met racisme. Dit is enkel mogelijk omdat dagelijkse racistische incidenten ingebed zijn in een systeem van onderdrukking. Met andere woorden, racisme is overal aanwezig in onze samenleving. Als het nu gaat over de publieke ruimte, het onderwijs, de woningmarkt of de arbeidsmarkt: het is er en het ontneemt mensen kansen.

Uit een studie over de Afrikaanse gemeenschap in België blijkt dat acht op tien zwarte Belgen zich gediscrimineerd voelt. Zij vertellen hoe ze soms al heel jong racistische opmerkingen krijgen over hun zwarte huidskleur en op latere leeftijd veel moeilijker aan werk geraken of een huis kunnen huren, precies omdat ze zwart zijn. We weten al lang dat we met een probleem zitten, dat structurele uitsluitingsmechanismen kansen ontneemt aan bepaalde bevolkingsgroepen. We weten intussen dat eerder Ahmed dan Jan zal onderworpen worden aan een identiteitscontroles. We weten dat het politiek discours sterk heeft bijgedragen aan een klimaat onverdraagzaamheid.

Wat het vandaag fundamenteel ontbreekt in onze strijd tegen racisme is niet de inzet van burgerbewegingen, is niet de talrijke organisaties die zich inzetten, maar de politieke wil om van racismebestrijding een prioriteit te maken. Hoeveel generaties moet er gewacht worden op vooruitgang? We hebben geen nood aan morele verontwaardiging, maar aan gecoördineerde aanpak. Het was James Baldwin die eind jaren tachtig zich afvroeg hoelang we nog moeten wachten voor er eindelijk verandering komt. Hoeveel generaties, hoeveel?

Fourat Ben Chika (senator Groen) en Omar Ba, voorzitter European Network of People of African Descend (ENPAD).

Do you see content on this website that you believe doesn’t belong here?
Check out our disclaimer.